Volksgezondheid in de stal
Op 30 juni 2010 organiseerde Life Sciences 2020, samen met communicatieadviesbureau Schuttelaar&partners en Immunovalley een lagerhuisdebat in Den Haag met het thema ‘Volksgezondheid begint in de stal’ .
Studievereniging Hygieia is een vereniging van de faculteit Diergeneeskunde die zich richt op het ondersteunen van studenten in hun kennis- en competentieontwikkeling op het gebied van One Health: de interdisciplinaire samenwerking in zorg voor mens, dier en milieu. We organiseren diverse lezingen, activiteiten en cursussen en staan altijd open voor samenwerkingen!
Op 30 juni 2010 organiseerde Life Sciences 2020, samen met communicatieadviesbureau Schuttelaar&partners en Immunovalley een lagerhuisdebat in Den Haag met het thema ‘Volksgezondheid begint in de stal’ .
“Biologisch, eigenlijk heel (on)logisch? II”
het varken en de consument
Het is al weer ruim drie jaar geleden dat Hygieia het drukbezochte symposium Biologisch, eigenlijk heel onlogisch organiseerde. Zowel GKZ als Hygieia vonden het hoog tijd voor een up-date van de stand van zaken! Daarom organiseren zij 27 september 2010 gezamenlijk het vervolg.
Tijdens het symposium worden er drie thema’s belicht door telkens drie verschillende experts op dat gebied. De verschillende houderijvormen in de varkenssector worden besproken en vergeleken aan de hand van het thema Diergezondheid/Volksgezondheid, Dierwelzijn/ethiek en de Consument. Na een inleiding op het thema geven verschillende professionals werkzaam in of rondom de varkenshouderij en haar keten, hun visie op het thema waarna ook het publiek de gelegenheid krijgt vragen te stellen.
De bespreking van de thema’s wordt afgesloten met een paneldiscussie waarbij ook het publiek zijn visie op de varkenssector kan geven. Na de discussie is er de gelegenheid om na te discussiëren onder het genot van een drankje en een lichte maaltijd.
Dat het een actueel onderwerp is blijkt wel uit de uitzending van het programmas keurings dienst van waarde, waar het sterrensysteem van de dierenbescherming m.b.t. varkensvlees wordt besproken (check uitzendinggemist.nl voor de uitzending van 16/9). Kortom het belooft weer een interessante avond te worden!
Aanmelden kan via www.knmvd.nl, De kosten bedragen 20 euro, studenten 5 euro. Leden GKZ en Hygieia hebben gratis toegang. Mail naarinfo@voormensendier.nl voor meer informatie.
27 september 2010
Aanvang 14:00-14:30, einde 19:15
Locatie: C101, Androcolcus, yalelaan 1 Utrecht
Najaarssymposium HYGIEIA & GKZ maandag 27 september 2010 (15.00 – 19.15 uur)
14:30 Introductie door de dagvoorzitter
14:45 Thema Dierwelzijn en ethiek:
Frank Meijboom, ethicus UU
Maarten Rooijakkers, LTO
15:30 Thema Volksgezondheid & Diergezondheid:
Boyd Berends, volksgezonheidwetenschapper IRAS
Bas Kolpa, varkensdierenarts ULP
Gerdien Kleijer, varkensdierenarts
16:30 Pauze
16:50 Thema Consument
Celia Steegmann, LNV
Bart Hooijer, Vereijken Hooijer bv en Outside In
Marlijn Somhorst, CBL
17:50 Paneldiscussie
18:15 Afsluiting
18:30 Diner
Woensdagavond 28 april 2010 heeft studievereniging Hygieia een discussie-avond over Q-fever georganiseerd. Het doel was om een discussie op gang te brengen binnen en tussen de medische en veterinaire studenten en professionals om de Q-koortscrisis te evalueren. Had vaccinatie wel gemoeten? Is er genoeg samengewerkt humaan en veterinair? Was ruimen noodzakelijk?
René van den Brom, GD Deventer, trapte de avond af met een heldere en informatieve presentatie over de facts en geschiedenis van Q-fever tot nu vanuit veterinaire hoek. Vervolgens gaf Jim van Steenbergen, RIVM, de humane kant weer zodat de zaal een totaal beeld kreeg van de Q-koortsproblematiek.Na deze 2 interessante presentaties was het tijd voor discussie op basis van verschillende stellingen met en tussen het panel! Naast de sprekers van de avond namen ook Jos van de Sande (GGD Hart voor Brabant) en Carian Posthumus Meijjes (LNV) deel aan het panel. Jaap Wagenaar (Faculteit Diergeneeskunde), leidde als avondvoorzitter de discussie en deed ook zelf actief mee.
Het was al snel duidelijk dat de meningen onder de aanwezigen, niet helemaal op een lijn lagen, wat leidde tot sprankelende en interessante discussies!
Foto’s
Publiek bij de discussie avond. De Booth zaal was redelijk gevuld.
Woensdagavond 28 april 2010 organiseert studievereniging Hygieia een discussie-avond over Q-fever. Het onderwerp van deze avond zal de procesgang, genomen maatregelen en samenwerking rond Q-fever zijn. Waarom is overgegaan tot vaccinatie? En hoe heeft het zo ver kunnen komen dat er dieren geruimd zijn/worden?
Het programma van deze avond ziet er als volgt uit:
· Introductie – 19.30 uur
· Presentatie René van den Brom, GD Deventer– 19.45 uur
· Presentatie Jim van Steenbergen, RIVM – 20.15 uur
· Discussie met René van den Brom, Jim van Steenbergen, Jos van de Sande (GGD Hart voor Brabant) – 20.45 uur
De discussie zal geleid worden door Prof. Jaap Wagenaar.
De avond zal worden afgesloten met een borrel, waarbij er nog uitgebreid nagepraat kan worden.
Wat: Q-fever discussie-avond
Waar: Boothzaal UBU
Tijd: 19.30 – 22.00 uur
Aanmelden: voor 22 april via voormensendier@gmail.com met naam en studie/beroep
Kosten: leden gratis, niet-leden €2.00
Om te ervaren hoe het is om beleid te maken op een terrein wat veel raakvlakken met de diergeneeskunde heeft heb ik van december 2009 tot en met maart 2010 stage gelopen bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid. Het onderwerp waar ik me de komende maanden mee bezig zou houden was Vesiculaire Stomatitis. Een ziekte die in Noord- Midden en vooral Zuid-Amerika voor problemen zorgt, maar in Europa niet (meer) voorkomt en voornamelijk vanwege de gelijkenis met MKZ aangifte plichtig is.
Mijn eerste dag volgde op de beruchte Zembla uitzending over Q-koorts die veel stof heeft doen op waaien. Ook was het advies van de deskundigen de vrijdag ervoor ontvangen. Er werd flink over de uitzending en de uitbraak gediscussieerd, maar vooralsnog was deze eerste week voor mij vooral een week van meelopen en inlezen in mijn onderwerp. Op 16 december is besloten dat alle drachtige melkgeiten en –schapen geruimd moesten worden. De week er op zat ik midden in de Q-koortscrisis en was ik werkzaam op de crisisgang. Door de verschillende werkzaamheden die ik aan de beleidskant heb uitgevoerd, heb ik naast een verdieping in mijn veterinaire kennis over Q-koorts vooral veel geleerd over de juridische en communicatie kant van een crisis. Heel leerzaam om met mensen van verschillende disciplines samen te werken.
Mijn vesiculaire stomatitis opdracht heb ik niet af kunnen maken, maar door mijn werkzaamheden in de crisisgang heb ik in een korte intensieve tijd heel veel geleerd over beleid maken in een crisisperiode. Daarnaast heb ik ook meegewerkt aan ‘reguliere’ lopende zaken, zoals het meedenken aan de wet dieren. Samengevat een hele interessante en leerzame periode.
Lijkt het je ook leuk om een stage te lopen bij LNV? Er zijn zowel mogelijkheden om een snuffelstage van een tot een aantal weken te lopen als een werkstage van enkele maanden. Mail naar info@voormensendier.nl voor meer informatie.
Merel Rooijmans
Op 7 april organiseert studievereniging Hygieia een symposium met als thema: risico’s op de werkvloer van de (dieren)arts. Eerste spreker is drs. Nita Bos, bedrijfsarts van het UMC. Zij geeft in haar lezing een inleiding omtrent de risico’s op de werkvloer. Ing. Kees Vos vertelt daarna over de ins en outs van stralingshygiëne. Ook in de OK brengt het gebruik van vluchtige gassen zoals ether risico’s met zich mee; drs. Ies Akkerdaas zal ons hier meer inzicht in geven. Ergonomie geeft de (dieren)arts de mogelijkheid een aantal risico’s in te perken; Madelon van Weeren, fysiotherapeut verzorgt hier een presentatie over. Ook emotionele belasting behoort tot de risico’s waaraan (dieren)artsen worden blootgesteld. Drs Sandra Rijken is binnen de VWA verantwoordelijk voor de begeleiding van de dierenartsen die betrokken zijn bij ruimingen en zal dit toelichten. Daarna komt dr. Annet Troelstra van de afdeling infectieziektepreventie van het UMC Utrecht spreken over hoe er binnen het ziekenhuis (UMCU en het Military Hospital) wordt getracht te voorkomen dat artsen ziek worden en infectieziekten zich verspreiden. Tot slot zal Prof. dr. Frans van Knapen toelichten hoe de preventie van infectieziekteverspreiding tussen mens en dier in de klinieken van diergeneeskunde tot stand komt.
Datum: 7 april 2010
Locatie: Faculteit Diergeneeskunde, Münsterlaan 7, Collegezaal Gezelschapsdieren, Utrecht
Prijs: leden €5,- studenten €7,50 professionals €25,-
Kaartverkoop: via voormensendier@gmail.com of via het aanmeldingsformulier
vanaf 29 maart tussen 12.30u en 13.15u in het Androclusgebouw (Faculteit der Diergeneeskunde) en het Hijmans van den Bergh gebouw (Faculteit Geneeskunde)
Programma:
Routebeschrijving:
Naar de uithof met het openbaar vervoer
Vanaf Utrecht Centraal kunt u naar De Uithof reizen met buslijn 11 of 12(s), de busreis duurt ongeveer 20 minuten. Voor de actuele vertrektijden, raadpleeg www.gvu.nl. Voor meer reisinformatie met het openbaar vervoer, kijk op www.9292ov.nl.
Naar de uithof met de auto
Vanuit Amsterdam (A2)
A2, afslag Utrecht Noord N230 volgen tot A27 A27, kruispunt Rijnsweerd richting De Uithof A28, eerste afslag De UithofVanuit Rotterdam/Den Haag of Arnhem (A12)
A12, knooppunt Lunetten richting Amersfoort A27, kruispunt Rijnsweerd richting De Uithof A28, eerste afslag De UithofVanuit Hilversum of Breda (A27)
A27, kruispunt Rijnsweerd richting De Uithof A28, eerste afslag De UithofVanuit Amersfoort (A28)
A28, afslag De Uithof (na afslag Zeist/Den Dolder)
Vanuit Den Bosch en Eindhoven (A2)
A2, knooppunt Oudenrijn richting Amersfoort A27, knooppunt Lunetten richting Amersfoort A28, eerste afslag De UithofOp www.utrecht.nl/bereikbaar vindt u een routeplanner voor de auto, die rekening houdt met wegomleidingen.
De ingang van Münsterlaan 7 is gelegen bij het rode cirkeltje. Er is voldoende parkeergelegenheid (P).
Vienna, 10-11-2009
Past September the board of Hygieia was addressed by the Public Health Pool; an association for students and professionals which, like Hygieia, promotes an active approach of veterinary public health issues. On November 10th they organized a symposium about the improvement of the veterinary public health education. As members of Hygieia, we were very interested in the activities of the Public Health Pool. But also as veterinary students it was an unique opportunity to visit the Faculty of Veterinary Medicine in Vienna.
The symposium started with a short introduction by the president of the Public Health Pool, Ms. Nigsch and principal of the Veterinary Faculty in Vienna, Mr. von Fircks. They described in short the current situation regarding veterinary public health education in Vienna. This was followed by different presentations about past, present and future education models. Both students and teachers were allowed to speak and discuss freely with each other, concerning content and organizational aspects. While boosting our knowledge of the German language, it was very interesting to hear in which ways public health education is organized in Vienna. As an extra, we also experienced the Austrian way to applaud; by tapping the table.
During our presentation we had the opportunity to tell all persons present about the implementation of veterinary public health education at the Faculty of Veterinary Medicine inUtrecht. Curriculum 2001 courses, which the three of us attended, as well as the coming Bachelor/Master system were outlined. The choice of differentiation taking place later on in our curricula was taken into consideration for the development of the Bachelor/Master construction in Vienna.
While presenting and discussing we discovered many similarities between Hygieia and the Public Health Pool. Both associations agreed about a cooperation in the near future. This time it is Hygieia’s turn to invite the Public Health Pool board and members, but of course organizing an international event on a veterinary public health issue together is our aim!
Finally, we would like to thank the Federation of Veterinarians of Europe and the Faculty of Veterinary Medicine in Utrecht for making this visit possible. Besides, we would also like to thank the board of the Public Health Pool for inviting us. Their interesting symposium, the great atmosphere and a short city trip to Vienna made it unforgettable!
Lotte Kok, active member of Hygieia
Tineke Kramer, chairman of Hygieia
Merel Rooijmans, vice-chairman of Hygieia
T-maze & Y-maze
Because little is known about the reliability and validity of behavioral tests for poultry, four different behavioral tests were performed with two different lines of laying hens (Gallus gallus domesticus). In this report only the T-maze test and the Y-maze test are described.
There was performed a T-maze test. Chickens had to choose between one of the two arms of a maze, one being empty, and one containing two conspecifics. Silver Nick chickens visited their conspecifics more in a trial. Silver Nick and Brown Nick chickens made significant progress in the latency of contacting the conspecifics. Silver Nick chickens made more visits to the arm with conspecifics over the five trials.
There was performed a Y-maze test. In this test chickens had to choose the arm containing a food reward. The Silver Nick chickens were faster in eating the mealworms than Brown Nick chickens. Both lines of chickens made significant progress over the six trials in latency of eating a mealworm and frequency of visits to the rewarded arm. The latency of eating the mealworm was shorter for the Silver Nick. Over the trials there was a decline in visits to the empty arm for both lines. The Silver Nick made more correct first choices in the Y-maze than Brown Nick chickens.
The beak of the Brown Nick chickens was trimmed whereas the beak of the Silver Nick chickens was undamaged. So, it is difficult to determine whether the found differences in the behavioral tests were due to strain differences or the negative influence of beak trimming.
Monique Boers
L.kok, S.Wijdeveld, E. de Morrée en M. Rooijmans
11 juni 2008. Vanuit Engeland zijn twaalf met bovine tuberculose besmette kalveren geïmporteerd naar zes bedrijven in Nederland. Als gevolg daarvan werden 27 bedrijven geblokkeerd en 4000 runderen getest. De met tuberculose besmette kalveren werden gedood. Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw wordt bovine tuberculose met succes bestreden. Bewaking van de huidige vrijstatus geschiedt onder andere door monitoring aan de slachtlijn. Daarnaast worden importrunderen alleen geaccepteerd met een geldig gezondheidscertificaat; dit geeft een garantie ten aanzien van de tuberculosestatus. Voor Nederland vormt de import van vee uit niet-vrije landen hierbij de grootste risicofactor (16).
Bovine tuberculose wordt veroorzaakt door de bacterie Mycobacterium bovis. Naast M. bovis en M. tuberculosis, humaan de meest belangrijke verwekker van tuberculose, behoren M. avium, M. pinnipedi, M. africanum, M. microti, M. caprae en M. canetti tot het Mycobacterium Tuberculosis Complex. Deze agentia kunnen bij verschillende diersoorten en de mens een (latente) chronische infectie veroorzaken (2,7,8,13). Wanneer er predisponerende factoren in het spel zijn, kunnen de mycobacteriën in verschillende diersoorten tot proliferatie overgaan.
Hierbij kunnen de typische tuberkels ontstaan; een ontstekingshaard met verkazing, microscopisch gekenmerkt door reuscellen van het Langerhanstype (9). Het klinisch beeld omvat verder een fluctuerende lichaamstemperatuur, wisselende eetlust en progressieve vermagering (13).
De Nederlandse veestapel is vrij van bovine tuberculose, maar bij dierentuindieren, hobby-hoenderachtigen, fretten en gezelschapsvogels komen Mycobacterium spp. nog steeds voor. Vanwege het zoönotisch risico is het voor een dierenarts van belang altijd bedacht te blijven op tuberculose.
Wereldwijd gezien is tuberculose vooral een probleem in wildlife populaties en bij dierentuindieren (12). In Engeland bijvoorbeeld, vormt de dassenpopulatie een infectieus reservoir voor de rundveestapel, waardoor men daar tot op de dag van vandaag bovine tuberculose niet onder controle heeft. Dezelfde situatie doet zich voor in de Verenigde Staten met de wilde herten; de possum zorgt voor problemen in Nieuw Zeeland en Australië (13).
Prof. Dr. Victor Rutten, als immunoloog werkzaam bij de faculteit Diergeneeskunde in Utrecht daarnaast deels aangesteld bij het Department of Tropical Veterinary Diseases van de Faculty of Veterinary Science in Pretoria en onlangs geïnterviewd voor dit artikel, is betrokken bij onderzoek naar het voorkomen van tuberculose bij wildlife in Zuid Afrika. Het Krugerpark aldaar heeft te maken met geïnfecteerde buffels. Op de buffelpopulatie heeft tuberculose geen grote invloed, maar leeuwen worden geïnfecteerd door predatie van zieke verzwakte buffels. De besmettingsgraad in de leeuwenpopulatie ligt op dit moment, vooral in het zuidelijke deel van het park, om en nabij de vijftig procent (10). De overlevingskans van een besmette leeuw is klein en ze sterven vaak door chronische vermagering. Daarnaast is er nog geen adequate wijze van diagnose of bestrijding; onderzoek op dit gebied hoogst noodzakelijk (4).
Bij de leeuwen in het Krugerpark is tuberculose bij het leven alleen te diagnosticeren door het toepassen van de huidtest, vergelijkbaar met de Mantouxtest bij de mens. Bij deze test wordt M. bovis en M. avium antigeen intradermaal aangebracht. Na twee tot drie dagen moet de test worden afgelezen; een zwelling van de huid rondom de injectieplaats geeft een positieve testuitslag. Dit is één van de problemen waar het Krugerpark tegenaan loopt. De dieren moeten voor de huidtest twee keer gevangen worden met een paar dagen tussentijd. Lang niet alle dieren komen op het lokken met kadavers en geluidsopnames af, laat staan twee keer. Daarnaast is het bij andere gevoelige diersoorten, zoals de olifant en de neushoorn niet mogelijk om de huidtest uit te voeren, vanwege de dikke huid (4,12).
In het Krugerpark heeft men ervoor gekozen geïnfecteerde dieren te doden om het tuberculoseprobleem onder controle te krijgen. Dit omdat therapie met antibiotica praktisch onuitvoerbaar is (4,12).
Bij dierentuindieren ligt dit anders. Dierentuin Artis heeft in 2006 ook te maken gehad met tuberculose. De twee Maleise tapirs, Aya en Dick, bleken na een tuberculinisatie en een ELISA test geïnfecteerd te zijn met een bacterie uit het M.Tuberculosis complex. Mark Hoyer, Hoofd Veterinaire Afdeling Dierentuin Artis Amsterdam, heeft zich destijds bezig gehouden met deze casus. De tapir is zeer gevoelig voor mycobacteriële infecties en deze dieren testen dan ook vaak positief op deze agentia. Deze uitslag kan echter vals positief zijn, waardoor uitsluitsel alleen verkregen kan worden door postmortale diagnostiek (5).
Euthanasie was voor Artis geen optie, mede door het feit dat Aya dragend was en het paar aan een fokprogramma deelneemt. Om euthanasie, zoals voorgeschreven door de overheid, te voorkómen werd een alternatief protocol opgesteld. Dit besloeg het isoleren van de dieren, het periodiek testen op mycobacteriën in een kweek van diverse excreta en het beschermen en testen van de dierverzorgers.
Hierbij heeft Dick heeft twee maal een broncho-alveolaire lavage ondergaan en is zijn feces regelmatig onderzocht. Van Aya is de placenta en de melk getest op de aanwezigheid van mycobacteriën. Bij beide tapirs waren alle testen negatief.
Daarnaast is Aya, om de kans van overdracht naar de nakomeling te minimaliseren, tijdens haar lactatieperiode negen maanden behandeld met isoniazide.
Tenslotte wordt de antilichaamtiter van alle tapirs in de gaten gehouden door middel van periodieke bloedafname.
Wellicht dat dit protocol, gericht op controle in plaats van eradicatie, in de toekomst een richtlijn kan bieden voor de behandeling van bedreigde diersoorten en dierentuindieren, waarbij euthanasie geen gewenste optie is (5).
In de literatuur is weinig terug te vinden over geschikte therapieën bij verschillende diersoorten. Daarom worden deze vaak op basis van trial en error opgesteld. De medicamenteuze behandeling van Aya is afgeleid van de therapie die humaan wordt toegepast. Deze bestaat doorgaans uit het dagelijks oraal innemen van een combinatie van verschillende antimicrobiële middelen: rifampicine, isoniazide, pyrazinamide en ethambutol (3). Voor een volwassen patiënt in de intensieve fase van de ziekte staat dit gelijk aan elf en een halve tablet dag.
Naast isoniazide en ethambutol heeft Aya ook een behandeling met rifampicine ondergaan. Alleen isoniazide gaf een therapeutische bloedspiegel; rifampicine en ethambutol waren niet in het bloed terug te vinden. Na in vitro mengen van tapirbloed met deze antibiotica, bleken ze wel gemeten te kunnen worden. Een absorptie of bindingsprobleem zou hieraan ten grondslag kunnen liggen.
In de humane sector zijn er vaste therapieprotocollen die wereldwijd gehanteerd worden. Eén van de problemen die hier spelen is dat niet alle medicijnen in een land beschikbaar zijn. Een ander groot probleem is de therapietrouw. De totale therapieduur beslaat namelijk normaliter zes maanden, wat van grote invloed is op het dagelijks leven van de patiënt. Daarnaast kunnen ernstige bijwerkingen het voltooien van deze therapie lastig maken.
Ook de resistentieproblematiek is een groeiend probleem in de humane geneeskunde. Er worden steeds vaker gevallen geregistreerd van MDR (multidrug resistant) en XDR (extremely drug-resistant) tuberculose. MDR houdt een resistentie ontwikkeling in tegen rifampicine en isoniazide; de voornaamste antibiotica van de eerstelijnstherapie. Indien er sprake is van MDR én resistentie tegen middelen van de tweedelijnstherapie: fluroquinolone en aminoglycosides, is er sprake van XDR. MDR kan genezen worden met intensieve behandeling; voor XDR bestaat geen effectieve therapie (6,14). Arts tuberculosebestrijding bij de GG&GD
Utrecht Ben Koster en ziekenhuisapotheker aan het UMC Radboud Rob Aarnoutse onderstrepen beiden dat therapietrouw van groot belang is bij het tegengaan van resistentieontwikkeling (1).
Van de wereldbevolking is één derde geïnfecteerd met M.tuberculosis en jaarlijks sterven 1,6 miljoen patiënten aan de gevolgen van deze infectieziekte (15). In het kader van de groeiende resistentie is het ontwikkelen van nieuwe medicatie van belang. Deze medicatie zou niet alleen de therapieduur moeten verkorten, maar ook minder belastend moeten zijn voor de patiënt. Daarnaast zouden ze (beter) werkzaam moeten zijn tegen MDR/XDR en latente tuberculose en gebruikt moeten kunnen worden bij HIV-patiënten. In deze laatste categorie mensen is het percentage tuberculose geïnfecteerden namelijk zeer hoog (1). De kans dat dergelijke medicijnen in de nabije toekomst op de markt komen is echter klein.
De gehele tuberculoseproblematiek roept verschillende vragen op. In hoeverre is de veterinaire situatie bijvoorbeeld van invloed op de XDR en MDR problematiek? Zorgt het veterinaire gebruik van antibiotica voor problemen in de humane sector of liggen daar toch hoofdzakelijk zaken als therapietrouw van patiënten aan ten grondslag? En het zoönotische aspect, is dit onderbelicht of niet relevant? Wat is de beste aanpak met betrekking tot het opsporen en behandelen van geïnfecteerde dieren? Het moment waarop een latent geïnfecteerd dier infectieus wordt voor zijn omgeving is namelijk niet te voorzien. Het kan zijn hele leven geïnfecteerd zijn zonder uit te scheiden. Maar uitscheiden is ook mogelijk voordat de klinische symptomen verschijnen. Hierbij zijn dier- en volksgezondheid in het geding; euthanasie van geïnfecteerde dieren minimaliseert het risico. Dat laatste is echter in veel gevallen geen gewenste optie.
Veel tegenstrijdige belangen van verschillende partijen dus.
Literatuurlijst
1) Boogaard van den, J., Kibiki,G.S., Kisanga, E.R., Boeree, M.J.
and Aarnoutse, R,E. MINIREVIEW New Drugs against tuberculosis:
problems, progress, and Evaluation of Agents in Clinical Development.
Antimicrobial Agents and Chemotherapy, 53, 849-862 (2009)
2) Clifton-Hadley, R.S.,Suater-Louis, C.M., Lugton, I.W., Jackson,
R., Durr, P.A., Wilesmith, J.W. Mycobacterium bovis infections. In
Infectious diseases of wild mammals (ed E.S. Williams & I.K.Barker),
Iowa State University Press pp 340-361 (2001)
3) Coninx, R., Mathieu, C., Debacker, M., Mirzoev, F., Ismaelov,
A., de Haller, R., Meddings, D.R. First-line tuberculosis therapy and
drug-resistant Mycobacterium tuberculosis in prisons. Lancet,
353(9157), 969-973 (1999)
4) European Association of Zoo- and Wildlife Veterinarians
(EAZWV), 7th scientific meeting, Leipzig, Germany, 175-176 (2008)
5) Hoyer, M.J., Semrau, A., Fransen, E.J.F. Management of a TB-
positive Malayan tapir (Tapirus indicus) breeding couple in Artis Zoo-Amsterdam. European Association of Zoo- and Wildlife Veterinarians
(EAZWV), 7th scientific meeting, Leipzig, Germany, 175-176 (2008)
6) Johnston, J.C., Shahidi, N.C., Sadatsafavi, M., Fitzgerald, J.M.
Treatment outcomes of multidrug-resistant tuberculosis: a systematic
review and meta-analysis. Public Library of Science, 4(9), 6914 (2009)
7) Jurcynski, K., Lyashchenko, K., Gomis, D., Lécu, A.,
Torstchanoff, S., Klarenbeek, A., Moser, I. Mycobacterium pinnipedii
infection is South American sea lions (Otaria byronia) in Europe.
Proceeding 43rd Internationalen Symposiums über die Erkankungen
des Zoo un Wildtiere, Edinburgh 2007, 180 (2007)
8) Kiers, A., Klarenbeek, A., Mendelts, B., Van Soolingen, D.,
Koëter, G. Transmission of Mycobacterium pinnipedii to humans in a
zoo with marine mammals. International Journal of Tuberculosis and
Lung Disease 12(12), 1469-1473 (2008)
9) Lav, G., Poquet, Y., Salek-Pevron, P., Puissegur, M.P., Botanch,
C., Bon, H., Levillain, F., Duteyrat, J.L., Emile, J.F., Altare, F.
Langhans giant cells from M. tuberculosis-induced human granulomas
cannot mediate mycobacterial uptake. Journal of Pathology, 211(1),
76-85 (2007)
10) Michel, A.L., Bengis, R.G., Keet, D.F., Hormeyr, M.,
Klerk, L.M., Cross, P.C., Jolles, A.E., Cooper, D., Whyte, I.J., Buss,
P., Godfroid, J. Wildlife tuberculosis in South African conservation
areas : implications and challenges. Veterinary Microbiology, 112(2-
4), 91-100 (2006)
11) Michel, A.L., Coetzee, M.L., Keet, D.F., Maré, L., Warren, R.,
Cooper, D., Bengis, R.G., Kremer, K., van Helden, P. Molecular
epidemiology of Mycobacterium bovis isolates from free-ranging
wildlife in South African game reserves. Veterinary Microbiology,
133(4), 335-343 (2008)
12) Montali, R.J., Mikota, S.K., Cheng, L.I. Mycobacterium
tuberculosis in zoo and wildlife species. Review of Science and
Technology Office International des Épizooties, 20(1), 291-303 (2001)
13) Radostits, O.M., Gay, C.C., Blood, D.C., Hinchcliff, K.W.
Veterinary Medicine: A Textbook of the Diseases of Cattle, Sheep,
Pigs, Goats and Horses, Edinburgh: W.B. Saunders Company Ltd pp.
736 (2000)
14) Shenoi, S., Friedland, G. Extensively drug-resistant
tuberculosis: a new face to and old pathogen. Annual Review of
Medicine, 60, 307-320 (2009)
15) http://www.euro.who.int/tuberculosis#
16) http://www.gddeventer.com/nl/25222685-
%5BLink_page%5D.html?opage_id=1168797&location=-
1083501812489521,1076863
Het tuberculosesymposium van 17 november behandelt de problematiek rondom tuberculose vanuit verschillende perspectieven. Deskundigen uit diverse disciplines belichten de diverse aspecten van deze ziekte. Het symposium is toegankelijk voor studenten en professionals.
De inhoud van het symposium
De lezing van de heer Koster, humaan arts en werkzaam bij de tuberculose GGD te Utrecht zal zich voornamelijk richten op de verschijnselen, diagnostiek, therapie en humane problematiek van tuberculose. Vervolgens zal de heer Hoyer, dierenarts van Artis zich uitspreken over de situatie bij wildlife en specifiek over tuberculose bij dierentuindieren spreken. Als laatste zal de heer Aarnoutse, ziekenhuisapotheker, een interessante lezing geven over het ontwikkelen van nieuwe medicatie tegen tuberculose, waarbij onder andere de resistentieproblematiek aan bod komt. Op deze manier wordt geprobeerd een totaal overzicht te creëren van de tuberculoseproblematiek en wordt er gekeken in welke mate de veterinaire en humane situatie elkaar beïnvloeden.
Iedere lezing wordt afgesloten met een stelling om een levendige discussie te initiëren tussen spreker en publiek.
Kortom, een leuke en interessante bijeenkomst voor studenten van verschillende disciplines!
Programma tuberculose symposium dinsdag 17 november
19:15- 19:30 ontvangst
19:30- 19:45 introductie
19:45- 20:25 Lezing van dhr. Koster + stelling
20:25- 21:05 Lezing van dhr. Hoyer + stelling
21:05- 21:20 pauze
21:20- 22:00 Lezing van dhr. Aarnoutse + stelling
22:00- 22:30 discussie en afsluiting
22:30- 23:00 Borrel
Entree
Drie euro voor studenten, vijf euro voor professionals (gratis voor Hygieialeden)
Locatie
Het symposium zal plaatsvinden in de aula van het Academiegebouw.
De kaartverkoop zal binnenkort online starten (houd de HYGIEIA-website in de gaten), maar om zeker te zijn van een kaartje, kunt u alvast een reservering maken door te mailen.