Categorie: Discussieplatform

Er zit van alles op alles

Op BNR radio wordt Mark Bonten, hoogleraar infectieziekten UMC Utrecht, geïnterviewd over de EHEC bacterie naar aanleiding van het persbericht van TNO. In dit persbericht wordt gesproken over de oplossing tegen de resistente EHEC bacterie. Het is onduidelijk welke natuurlijke middelen TNO heeft ontdekt, mogelijk betreft het probiotica. Volgens Marc Bonten worden de gevaren van resistente bacteriën echter overdreven. ‘Er zit immers van alles op alles‘. De uitbraak schudt ons goed wakker waardoor we weer extra allert zijn op de manier waarop wij voedsel produceren en het grote belang van voedselveiligheid. Via onderstaande link is de uitzending terug te luisteren:http://www.bnr.nl/?service=player&type=fragment&articleId=126483&audioId=126497

Universiteit Gent lanceert ABcheck

De AntiBiotica-check bied veehouders, dierenartsen en andere geinteresseerden de mogelijkheid het antibioticagebruik in de koppel te kwantificeren en te vergelijken met andere veehouders. Het is een gebruiksvriendelijke, gratis rekenmachine en de gegevens worden anoniem verwerkt. Op dit moment is deze website geschikt voor de berekening van het antibioticumgebruik op varkens-pluimvee- en kalkoenbedrijven. De module voor rundvee is volop in ontwikkeling en mag u binnenkort verwachten.

 

Het reduceren van antibioticagebruik en verantwoord gebruik van de beschikbare middelen, zowel medisch als veterinair, wordt gezien als een van de belangrijkste aandachtspunten in de strijd tegen antibioticaresistentie.

De slogan,“Check, reduce and improve”,  weerspiegelt de visie waarmee de website is ontwikkeld: we moeten ons antibioticagebruik meten. De geproduceerde gegevens geven veehouders de gelegenheid hun antibioticamanagement aan te passen en geeft adviseurs de kans bedrijfsspecifiek advies te geven, wat gezamenlijk kan leiden tot een meer verantwoorde en verminderd antibiticagebruik.

De website biedt tevens achtergrondinformatie over antibiotica en antibioticaresistentie met interesante links en downloads over deze onderwerpen.

De ABcheck is ontwikkeld door de Eenheid voor Veterinaire Epidemiologie van de Faculteit Diergeneeskunde binnne het project “Reductie antibioticumgebruik”.

www.abcheck.ugent.be Kijk en probeer het zelf!

Megastallen

Er wordt steeds meer gesproken over het begrip ‘megastallen’ en er heerst grote betrokkenheid vanuit onze maatschappij! Hierbij gaat het niet alleen om de omvang van megastallen maar ook om de gehele veehouderij en duurzaamheid. Om deze reden wil Staatssecretaris Henk Bleker graag weten welke relaties de burger ziet tussen de grootte van stallen en de mogelijkheden om te ondernemen, de wijze waarop er voor melkkoeien, varkens, kippen en melkgeiten gezorgd wordt en de gevolgen die er zijn voor volksgezondheid, milieu en landschap. Het Ministerie van Economische Zaken Landbouw en Innovatie heeft hiervoor een interessante website opgericht om deze maatschappelijke dialoog over megastallen vorm te geven. In september 2011 zullen de uitkomsten hiervan worden gepresenteerd aan meneer Bleker zodat deze de uitkomsten mee kan nemen in zijn standpunt welke in oktober 2011 naar buiten zal worden gebracht. Op de site is tevens meer achtergrondinformatie, (onderzoeks)rapporten en ook meerdere links naar interessante informatie over megastallen elders te vinden. Surf dus naar: http://www.dialoogmegastallen.nl/ om deel te nemen aan dit debat door opmerkingen of vragen te plaatsen of voor meer informatie. Zoals ook op de site wordt aangegeven kun je pas een echte mening vormen als men een megastal heeft bezocht. Hygieia is op 10 juni 2011 dan ook op bezoek geweest bij een megastal in Elsendorp.

**UPDATE** Ondertussen is de laatste fase van de megastallen discussie aangebroken: Hans Alders, de leider van de discussie, heeft 4 scenario’s geschetst. Hier kan tot 1 juli nog op gereageerd worden, daarna zal er een rapport verschijnen. Bekijk de scenario’s hier.

Overzicht antibiotica discussie

Voor de mensen die niet dagelijks het nieuws volgen, of voordat ze zich een mening vormen toch nog even de belangrijke punten willen nalopen, hebben we een overzicht gemaakt van de gebeurtenissen rondom de recente opleving van de discussie over antibiotica gebruik.

9 april: Het NRC-artikel waar het allemaal (weer) mee begon.

11 april: Reactie van de KNMvD (omschreven door het NRC)

13 april: Reactie staatsecretaris Bleker.

15 april: KNMvD persbericht

13 mei: Lianne Smink, diergeneeskunde student, schrijft een opiniestuk  op de DUB-website.

Inteelt:labrador zo klein als chihuahua

De avondlezing Adembenemend schattig van Hygieia is nog maar net voorbij en er is in de media weer aandacht voor inteelt en rashonden. In de krant wordt een voorbeeld aangehaald van een zieke labradorpup die het product blijkt te zijn van kwaadaardige broodfokkerij. Zo’n 40 procent van de rashonden is belast met een of meerdere erfelijke aandoeningen. “Dat los je niet op door alleen maar pups bij erkende fokkers te kopen”, zegt Berry Spruijt, hoogleraar ethologie en dierenwelzijn aan de Universiteit Utrecht. “Die houden vast aan uiterlijke raskenmerken – kleur van de vacht, grootte van de oren. Ze selecteren niet op gezondheid. Zo lijden labradors veelvuldig aan epilepsie. Bovendien is inteelt toegestaan, tussen neef en nicht, tussen opa en kleindochter. Dat zou je moeten verbieden.” Het gehele artikel is terug te lezen via http://www.metronieuws.nl/algemeen/inteelt-labrador-zo-klein-als-chihuahua/SrZkaA!E6fT2KgbRoP0o/.

Zembla uitzending "Het einde van de rashond"

Op zaterdag 11 december zond ZEMBLA een actuele documentaire over o.a. fokkers die zieke honden fokken en over keurmeesters die mooie honden belangrijker vinden dan gezonde dieren uit. Titel: Einde van de rashond!

Nagenoeg alle hondenrassen kampen met erfelijke ziekten doordat er met een beperkt aantal honden is gefokt, meestal de kampioenen van de hondenshow. Ook de dierartsen en hun rol vanwege het uitvoeren van kunstmatige inseminatoes en keizersnedes komen aanbod. In de documentaire komen onder andere de volgende mensen aan het woord: T.Bosje (Dierenarts), B.Spruijt (hoogleraar Dierenwelzijn), E.Gubbels (geneticus), J. Wauben (Raad van beheer) en M.van Driel (voorzitter Bulldog Club Nederland)

De documentaire kan men terug zien via uitzending gemist:  http://beta.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1017133-einde-van-de-rashond

Assessment of emotional reactivity, learning and memory in chickens

T-maze & Y-maze

Because little is known about the reliability and validity of behavioral tests for poultry, four different behavioral tests were performed with two different lines of laying hens (Gallus gallus domesticus). In this report only the T-maze test and the Y-maze test are described.

 

There was performed a T-maze test. Chickens had to choose between one of the two arms of a maze, one being empty, and one containing two conspecifics.  Silver Nick chickens visited their conspecifics more in a trial. Silver Nick and Brown Nick chickens made significant progress in the latency of contacting the conspecifics. Silver Nick chickens made more visits to the arm with conspecifics over the five trials.

There was performed a Y-maze test. In this test chickens had to choose the arm containing a food reward. The Silver Nick chickens were faster in eating the mealworms than Brown Nick chickens. Both lines of chickens made significant progress over the six trials in latency of eating a mealworm and frequency of visits to the rewarded arm. The latency of eating the mealworm was shorter for the Silver Nick. Over the trials there was a decline in visits to the empty arm for both lines. The Silver Nick made more correct first choices in the Y-maze than Brown Nick chickens.

The beak of the Brown Nick chickens was trimmed whereas the beak of the Silver Nick chickens was undamaged.  So, it is difficult to determine whether the found differences in the behavioral tests were due to strain differences or the negative influence of beak trimming.

Monique Boers

Tuberculosis unravelled

L.kok, S.Wijdeveld, E. de Morrée en M. Rooijmans

11 juni 2008. Vanuit Engeland zijn twaalf met bovine tuberculose besmette kalveren geïmporteerd naar zes bedrijven in Nederland. Als gevolg daarvan werden 27 bedrijven geblokkeerd en 4000 runderen getest. De met tuberculose besmette kalveren werden gedood. Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw wordt bovine tuberculose met succes bestreden. Bewaking van de huidige vrijstatus geschiedt onder andere door monitoring aan de slachtlijn. Daarnaast worden importrunderen alleen geaccepteerd met een geldig gezondheidscertificaat; dit geeft een garantie ten aanzien van de tuberculosestatus. Voor Nederland vormt de import van vee uit niet-vrije landen hierbij de grootste risicofactor (16).

Bovine tuberculose wordt veroorzaakt door de bacterie Mycobacterium bovis. Naast M. bovis en M. tuberculosis, humaan de meest belangrijke verwekker van tuberculose, behoren M. avium, M. pinnipedi, M. africanum, M. microti, M. caprae en M. canetti tot het Mycobacterium Tuberculosis Complex. Deze agentia kunnen bij verschillende diersoorten en de mens een (latente) chronische infectie veroorzaken (2,7,8,13). Wanneer er predisponerende factoren in het spel zijn, kunnen de mycobacteriën in verschillende diersoorten tot proliferatie overgaan.

Hierbij kunnen de typische tuberkels ontstaan; een ontstekingshaard met verkazing, microscopisch gekenmerkt door reuscellen van het Langerhanstype (9). Het klinisch beeld omvat verder een fluctuerende lichaamstemperatuur, wisselende eetlust en progressieve vermagering (13).

De Nederlandse veestapel is vrij van bovine tuberculose, maar bij dierentuindieren, hobby-hoenderachtigen, fretten en gezelschapsvogels komen Mycobacterium spp. nog steeds voor. Vanwege het zoönotisch risico is het voor een dierenarts van belang altijd bedacht te blijven op tuberculose.

 

Wereldwijd gezien is tuberculose vooral een probleem in wildlife populaties en bij dierentuindieren (12). In Engeland bijvoorbeeld, vormt de dassenpopulatie een infectieus reservoir voor de rundveestapel, waardoor men daar tot op de dag van vandaag bovine tuberculose niet onder controle heeft. Dezelfde situatie doet zich voor in de Verenigde Staten met de wilde herten; de possum zorgt voor problemen in Nieuw Zeeland en Australië (13).

Prof. Dr. Victor Rutten, als immunoloog werkzaam bij de faculteit Diergeneeskunde in Utrecht daarnaast deels aangesteld bij het Department of Tropical Veterinary Diseases van de Faculty of Veterinary Science in Pretoria en onlangs geïnterviewd voor dit artikel, is betrokken bij onderzoek naar het voorkomen van tuberculose bij wildlife in Zuid Afrika. Het Krugerpark aldaar heeft te maken met geïnfecteerde buffels. Op de buffelpopulatie heeft tuberculose geen grote invloed, maar leeuwen worden geïnfecteerd door predatie van zieke verzwakte buffels. De besmettingsgraad in de leeuwenpopulatie ligt op dit moment, vooral in het zuidelijke deel van het park, om en nabij de vijftig procent (10). De overlevingskans van een besmette leeuw is klein en ze sterven vaak door chronische vermagering. Daarnaast is er nog geen adequate wijze van diagnose of bestrijding; onderzoek op dit gebied hoogst noodzakelijk (4).

Bij de leeuwen in het Krugerpark is tuberculose bij het leven alleen te diagnosticeren door het toepassen van de huidtest, vergelijkbaar met de Mantouxtest bij de mens. Bij deze test wordt M. bovis en M. avium antigeen intradermaal aangebracht. Na twee tot drie dagen moet de test worden afgelezen; een zwelling van de huid rondom de injectieplaats geeft een positieve testuitslag. Dit is één van de problemen waar het Krugerpark tegenaan loopt. De dieren moeten voor de huidtest twee keer gevangen worden met een paar dagen tussentijd. Lang niet alle dieren komen op het lokken met kadavers en geluidsopnames af, laat staan twee keer. Daarnaast is het bij andere gevoelige diersoorten, zoals de olifant en de neushoorn niet mogelijk om de huidtest uit te voeren, vanwege de dikke huid (4,12).

In het Krugerpark heeft men ervoor gekozen geïnfecteerde dieren te doden om het tuberculoseprobleem onder controle te krijgen. Dit omdat therapie met antibiotica praktisch onuitvoerbaar is (4,12).

Bij dierentuindieren ligt dit anders. Dierentuin Artis heeft in 2006 ook te maken gehad met tuberculose. De twee Maleise tapirs, Aya en Dick, bleken na een tuberculinisatie en een ELISA test geïnfecteerd te zijn met een bacterie uit het M.Tuberculosis complex. Mark Hoyer, Hoofd Veterinaire Afdeling Dierentuin Artis Amsterdam, heeft zich destijds bezig gehouden met deze casus. De tapir is zeer gevoelig voor mycobacteriële infecties en deze dieren testen dan ook vaak positief op deze agentia. Deze uitslag kan echter vals positief zijn, waardoor uitsluitsel alleen verkregen kan worden door postmortale diagnostiek (5).

Euthanasie was voor Artis geen optie, mede door het feit dat Aya dragend was en het paar aan een fokprogramma deelneemt. Om euthanasie, zoals voorgeschreven door de overheid, te voorkómen werd een alternatief protocol opgesteld. Dit besloeg het isoleren van de dieren, het periodiek testen op mycobacteriën in een kweek van diverse excreta en het beschermen en testen van de dierverzorgers.

Hierbij heeft Dick heeft twee maal een broncho-alveolaire lavage ondergaan en is zijn feces regelmatig onderzocht. Van Aya is de placenta en de melk getest op de aanwezigheid van mycobacteriën. Bij beide tapirs waren alle testen negatief.

Daarnaast is Aya, om de kans van overdracht naar de nakomeling te minimaliseren, tijdens haar lactatieperiode negen maanden behandeld met isoniazide.

Tenslotte wordt de antilichaamtiter van alle tapirs in de gaten gehouden door middel van periodieke bloedafname.

Wellicht dat dit protocol, gericht op controle in plaats van eradicatie, in de toekomst een richtlijn kan bieden voor de behandeling van bedreigde diersoorten en dierentuindieren, waarbij euthanasie geen gewenste optie is (5).

In de literatuur is weinig terug te vinden over geschikte therapieën bij verschillende diersoorten. Daarom worden deze vaak op basis van trial en error opgesteld. De medicamenteuze behandeling van Aya is afgeleid van de therapie die humaan wordt toegepast. Deze bestaat doorgaans uit het dagelijks oraal innemen van een combinatie van verschillende antimicrobiële middelen: rifampicine, isoniazide, pyrazinamide en ethambutol (3). Voor een volwassen patiënt in de intensieve fase van de ziekte staat dit gelijk aan elf en een halve tablet dag.

Naast isoniazide en ethambutol heeft Aya ook een behandeling met rifampicine ondergaan. Alleen isoniazide gaf een therapeutische bloedspiegel; rifampicine en ethambutol waren niet in het bloed terug te vinden. Na in vitro mengen van tapirbloed met deze antibiotica, bleken ze wel gemeten te kunnen worden. Een absorptie of bindingsprobleem zou hieraan ten grondslag kunnen liggen.

In de humane sector zijn er vaste therapieprotocollen die wereldwijd gehanteerd worden. Eén van de problemen die hier spelen is dat niet alle medicijnen in een land beschikbaar zijn. Een ander groot probleem is de therapietrouw. De totale therapieduur beslaat namelijk normaliter zes maanden, wat van grote invloed is op het dagelijks leven van de patiënt. Daarnaast kunnen ernstige bijwerkingen het voltooien van deze therapie lastig maken.

Ook de resistentieproblematiek is een groeiend probleem in de humane geneeskunde. Er worden steeds vaker gevallen geregistreerd van MDR (multidrug resistant) en XDR (extremely drug-resistant) tuberculose. MDR houdt een resistentie ontwikkeling in tegen rifampicine en isoniazide; de voornaamste antibiotica van de eerstelijnstherapie. Indien er sprake is van MDR én resistentie tegen middelen van de tweedelijnstherapie: fluroquinolone en aminoglycosides, is er sprake van XDR. MDR kan genezen worden met intensieve behandeling; voor XDR bestaat geen effectieve therapie (6,14). Arts tuberculosebestrijding bij de GG&GD

Utrecht Ben Koster en ziekenhuisapotheker aan het UMC Radboud Rob Aarnoutse onderstrepen beiden dat therapietrouw van groot belang is bij het tegengaan van resistentieontwikkeling (1).

Van de wereldbevolking is één derde geïnfecteerd met M.tuberculosis en jaarlijks sterven 1,6 miljoen patiënten aan de gevolgen van deze infectieziekte (15). In het kader van de groeiende resistentie is het ontwikkelen van nieuwe medicatie van belang. Deze medicatie zou niet alleen de therapieduur moeten verkorten, maar ook minder belastend moeten zijn voor de patiënt. Daarnaast zouden ze (beter) werkzaam moeten zijn tegen MDR/XDR en latente tuberculose en gebruikt moeten kunnen worden bij HIV-patiënten. In deze laatste categorie mensen is het percentage tuberculose geïnfecteerden namelijk zeer hoog (1). De kans dat dergelijke medicijnen in de nabije toekomst op de markt komen is echter klein.

 

De gehele tuberculoseproblematiek roept verschillende vragen op. In hoeverre is de veterinaire situatie bijvoorbeeld van invloed op de XDR en MDR problematiek? Zorgt het veterinaire gebruik van antibiotica voor problemen in de humane sector of liggen daar toch hoofdzakelijk zaken als therapietrouw van patiënten aan ten grondslag? En het zoönotische aspect, is dit onderbelicht of niet relevant? Wat is de beste aanpak met betrekking tot het opsporen en behandelen van geïnfecteerde dieren? Het moment waarop een latent geïnfecteerd dier infectieus wordt voor zijn omgeving is namelijk niet te voorzien. Het kan zijn hele leven geïnfecteerd zijn zonder uit te scheiden. Maar uitscheiden is ook mogelijk voordat de klinische symptomen verschijnen. Hierbij zijn dier- en volksgezondheid in het geding; euthanasie van geïnfecteerde dieren minimaliseert het risico. Dat laatste is echter in veel gevallen geen gewenste optie.

Veel tegenstrijdige belangen van verschillende partijen dus.

Literatuurlijst

1)     Boogaard van den, J., Kibiki,G.S., Kisanga, E.R., Boeree, M.J.

and Aarnoutse, R,E. MINIREVIEW New Drugs against tuberculosis:

problems, progress, and Evaluation of Agents in Clinical Development.

Antimicrobial Agents and Chemotherapy, 53, 849-862 (2009)

2)     Clifton-Hadley, R.S.,Suater-Louis, C.M., Lugton, I.W., Jackson,

R., Durr, P.A., Wilesmith, J.W. Mycobacterium bovis infections. In

Infectious diseases of wild mammals (ed E.S. Williams & I.K.Barker),

Iowa State University Press pp 340-361 (2001)

3)     Coninx, R., Mathieu, C., Debacker, M., Mirzoev, F., Ismaelov,

A., de Haller, R., Meddings, D.R. First-line tuberculosis therapy and

drug-resistant Mycobacterium tuberculosis in prisons. Lancet,

353(9157), 969-973 (1999)

4)     European Association of Zoo- and Wildlife Veterinarians

(EAZWV), 7th scientific meeting, Leipzig, Germany, 175-176 (2008)

5)     Hoyer, M.J., Semrau, A., Fransen, E.J.F. Management of a TB-

positive Malayan tapir (Tapirus indicus) breeding couple in Artis Zoo-Amsterdam. European Association of Zoo- and Wildlife Veterinarians

(EAZWV), 7th scientific meeting, Leipzig, Germany, 175-176 (2008)

6)     Johnston, J.C., Shahidi, N.C., Sadatsafavi, M., Fitzgerald, J.M.

Treatment outcomes of multidrug-resistant tuberculosis: a systematic

review and meta-analysis. Public Library of Science, 4(9), 6914 (2009)

7)     Jurcynski, K., Lyashchenko, K., Gomis, D., Lécu, A.,

Torstchanoff, S., Klarenbeek, A., Moser, I. Mycobacterium pinnipedii

infection is South American sea lions (Otaria byronia) in Europe.

Proceeding 43rd Internationalen Symposiums über die Erkankungen

des Zoo un Wildtiere, Edinburgh 2007, 180 (2007)

8)     Kiers, A., Klarenbeek, A., Mendelts, B., Van Soolingen, D.,

Koëter, G. Transmission of Mycobacterium pinnipedii to humans in a

zoo with marine mammals. International Journal of Tuberculosis and

Lung Disease 12(12), 1469-1473 (2008)

9)     Lav, G., Poquet, Y., Salek-Pevron, P., Puissegur, M.P., Botanch,

C., Bon, H., Levillain, F., Duteyrat, J.L., Emile, J.F., Altare, F.

Langhans giant cells from M. tuberculosis-induced human granulomas

cannot mediate mycobacterial uptake. Journal of Pathology, 211(1),

76-85 (2007)

10)      Michel, A.L., Bengis, R.G., Keet, D.F., Hormeyr, M.,

Klerk, L.M., Cross, P.C., Jolles, A.E., Cooper, D., Whyte, I.J., Buss,

P., Godfroid, J. Wildlife tuberculosis in South African conservation

areas : implications and challenges. Veterinary Microbiology, 112(2-

4), 91-100 (2006)

11)    Michel, A.L., Coetzee, M.L., Keet, D.F., Maré, L., Warren, R.,

Cooper, D., Bengis, R.G., Kremer, K., van Helden, P. Molecular

epidemiology of Mycobacterium bovis isolates from free-ranging

wildlife in South African game reserves. Veterinary Microbiology,

133(4), 335-343 (2008)

12)    Montali, R.J., Mikota, S.K., Cheng, L.I. Mycobacterium

tuberculosis in zoo and wildlife species. Review of Science and

Technology Office International des Épizooties, 20(1), 291-303 (2001)

13)    Radostits, O.M., Gay, C.C., Blood, D.C., Hinchcliff, K.W.

Veterinary Medicine: A Textbook of the Diseases of Cattle, Sheep,

Pigs, Goats and Horses, Edinburgh: W.B. Saunders Company Ltd pp.

736 (2000)

14)    Shenoi, S., Friedland, G. Extensively drug-resistant

tuberculosis: a new face to and old pathogen. Annual Review of

Medicine, 60, 307-320 (2009)

15)    http://www.euro.who.int/tuberculosis#

16)    http://www.gddeventer.com/nl/25222685-

%5BLink_page%5D.html?opage_id=1168797&location=-

1083501812489521,1076863

Attack of the microbes part 2: tuberculosis unraveled

Het tuberculosesymposium van 17 november behandelt de problematiek rondom tuberculose vanuit verschillende perspectieven. Deskundigen uit diverse disciplines belichten de diverse aspecten van deze ziekte. Het symposium is toegankelijk voor studenten en professionals.

De inhoud van het symposium

De lezing van de heer Koster, humaan arts en werkzaam bij de tuberculose GGD te Utrecht zal zich voornamelijk richten op de verschijnselen, diagnostiek, therapie en humane problematiek van tuberculose. Vervolgens zal de heer Hoyer, dierenarts van Artis zich uitspreken over de situatie bij wildlife en specifiek over tuberculose bij dierentuindieren spreken. Als laatste zal de heer Aarnoutse, ziekenhuisapotheker, een interessante lezing geven over het ontwikkelen van nieuwe medicatie tegen tuberculose, waarbij onder andere de resistentieproblematiek aan bod komt. Op deze manier wordt geprobeerd een totaal overzicht te creëren van de tuberculoseproblematiek en wordt er gekeken in welke mate de veterinaire en humane situatie elkaar beïnvloeden.

Iedere lezing wordt afgesloten met een stelling om een levendige discussie te initiëren tussen spreker en publiek.

Kortom, een leuke en interessante bijeenkomst voor studenten van verschillende disciplines!

Programma tuberculose symposium dinsdag 17 november
19:15- 19:30 ontvangst
19:30- 19:45 introductie
19:45- 20:25 Lezing van dhr. Koster + stelling
20:25- 21:05 Lezing van dhr. Hoyer + stelling
21:05- 21:20 pauze
21:20- 22:00 Lezing van dhr. Aarnoutse + stelling
22:00- 22:30 discussie en afsluiting
22:30- 23:00 Borrel

Entree

Drie euro voor studenten, vijf euro voor professionals (gratis voor Hygieialeden)

Locatie

Het symposium zal plaatsvinden in de aula van het Academiegebouw.

De kaartverkoop zal binnenkort online starten (houd de HYGIEIA-website in de gaten), maar om zeker te zijn van een kaartje, kunt u alvast een reservering maken door te mailen.

De Mexicaanse griep, een pandemie of pandemonium?

Misbruik van het verleden?

Sinds het vaststellen van een verband tussen de humane slachtoffers aan longontsteking en de uitbraak van de vogelgriep in Azië werd aan ons via de media het beeld van een pandemie, als die veroorzaakt door de inmiddels beruchte Spaanse griep van 1918, voorgespiegeld.

Er werd door allerlei virologen kosten noch moeite bespaard om ons de gevaarlijke dreiging van een vogelgrieppandemie duidelijk te maken. Het lijkt alsof angst ‘de beste’ raadgever is.

Maar de zo gevreesde pandemie kwam maar niet tot men ineens de varkensgriep ontdekte.

In de media verscheen vrij snel: ‘WHO verhoogt alarmfase varkensgriep ‘’, ‘WHO: wereldwijde pandemie stap dichterbij ‘ ,‘Ruim honderd doden door varkensgriep Mexico’, ‘ Varkensgriepvariant ook in Europa’ , ‘Grote bezorgdheid over varkensgriepvirus ‘.

Het duurde niet lang voordat de EU besloot, misschien met de economische gevolgen voor de varkenssector in het oog, om  de varkensgriep  om te dopen tot de Mexicaanse griep. Later bleek de Mexicaanse griep toch niet de lang verwachte levensgevaarlijke pandemie te gaan veroorzaken.  Toen verscheen in de media dat “In Nederland gaan elk jaar 1000 mensen aan de griep dood. Tot nu toe wereldwijd 22 dodelijke gevallen van de Mexicaanse griep. Tweede geval  van Mexicaanse griep in Nederland, maar ‘grote knal’ blijft uit ”.

Reden voor sommige deskundigen om de definitie van het woord pandemie iets aan te passen. Dat we het voortaan pandemie mogen noemen als het in meer dan een ‘x’ aantal landen voorkomt. Volgens mijn Wolters-Noordhoffwoordenboek betekent pandemie ‘een algemene volkziekte’.  Dus de griepgolf die de mensheid elk jaar teisteert is volgens mij dan ook een pandemie.  Maar gek genoeg maakt niemand zich hier druk over.

Verder  viel me op dat in mijn woordenboek  vlak onder het woord pandemie het woord pandemonium staat. Wat onder andere  ‘het algemeen  verblijf van de duivelen’ betekent,  maar, wat ook staat voor verwarring. Verwarring lijkt  mij eigenlijk een betere verwoording voor de gang van zaken sinds de vaststelling van de Mexicaanse griep. Verwarring die instand wordt gehouden omdat  virologen op de stoel van de epidemiologen gaan zitten. Tekenend misschien voor een falende multidisciplinaire samenwerking? Want wat voor belangen hebben virologen om elke keer te roepen “mensen, er komt een pandemie aan” of “het virus kan veranderen in een gevaarlijker variant!”.   Mijn persoonlijke mening is dat een pandemie voorspellen en bestuderen  de taak is van  epidemiologen. Dus,  schoenmakerblijf aub bij je leest, want anders veroorzaak je alleen een pandemonium.

Beste lezer,  een zoonose bestrijd je niet alleen. De boodschap van studentenvereniging Hygieia is daarom “Laten we een wijze les van dit pandemonium leren en dus multidisciplinair samenwerken”.