Auteur: Vicevoorzitter

Samenvatting symposium "Media: vriend of vijand?"

Op 24 november vond het najaarssymposium van Hygieia plaats op de faculteit Diergeneeskunde.

Met dit symposium wilde de symposiumcommissie van Hygieia, bestaande uit Pieter Kirkels, Marieke Klaasen, Eva Roerink, Gineke Eulink, Femke Schelling en Isaura Wayop, vragen beantwoord krijgen over de dierenarts in de media.
Vragen die aan de orde kwamen zijn: wie draagt welke verantwoordelijkheid voor communicatie met de media, hoe kan de dierenarts beter met de media omgaan en is de media onze vriend of vijand?

Het woord was aan de dagvoorzitter, de heer Dick Schumer, werkzaam bij de nVWA. De heer Schumer zorgde voor een goede introductie door verschillende voorbeelden van dieren, de sector en de dierenarts in de media. Hierbij kwam het antibioticabeleid voorbij maar tevens ook de olifant in de greppel. Allemaal artikelen die verschillende reacties bij het publiek opwekte, het onderwerp en de impact was meer dan duidelijk.

De heer Peter Smeets, communicatiecoördinator, Down to earth. Positionering en strategische communicatie zijn de heer Smeets zijn speerpunten, dit met een brede bedrijfservaring als achtergrond. De heer Smeets bracht de eerste 30 minuten een duidelijk verhaal over communicatie met als definitie: de productie, uitwisseling en betekenisgeving van boodschappen tussen mensen. Hij gaf een aantal tips waarbij de zaal lachte en welke zeker door de bezoekers werden meegenomen. Het is niet belangrijk wat je zegt, het is belangrijk wat de ander denkt dat je zegt. En goed nieuws is geen nieuws in de media. Over duurzaamheid gaf hij aan dat de consument in Nederland dit wil maar dat prijs toch leidend is. De consument heeft hierbij te maken met talloze keurmerken waarin hij zijn weg moet vinden. Oplossingen hiervoor zijn innovaties en transparantie. Hij gaf als tip een proactieve houding naar de media, eerlijkheid duurt het langst, spreek leiderschap en regie af en niet iedereen kan spreken voor de media.

De heer Anton Pijpers, decaan van de faculteit Diergeneeskunde te Utrecht, begon zijn verhaal heel helder. De faculteit heeft de media als vriend benoemd! De faculteit heeft iets unieks met zijn 1500 studenten, een academisch dierenziekenhuis en als missie: de wereldtop. Dit moet men proactief laten zien. Er is altijd communicatie met de media over dierwelzijn, diergezondheid, volksgezondheid en milieuveiligheid. Echter alles in een afwegingskader waarbij over alles wordt nagedacht zoals waarom, welke doelgroep, wie, hoe en wanneer. Niet iedereen, maar alleen geschikte personen, mogen met de pers praten. Ook persoonlijke verhalen over ervaringen met de media in tijden van crisis bij zijn werkzaamheden bij de GD kwamen aan bod. Tijdens crisis zit er druk op, nuances zijn nodig en krijg je plotseling sterke vragen, ook op zondagmorgen vroeg. Conclusie: de media is een vriend, maar je moet wel opletten!

De heer Toon van Hoof, boer en werkzaam bij het ZLTO vertelde over de verschillen tussen de agrarische en algemene media. De één heeft meer begrip en bevat vaak journalisten van boeren komaf. Voor de algemene media zijn veehouders vaak kopschuw, journalisten snappen het niet, maar de veehouders voelen de druk vanuit de samenleving. De gezondheid van dier en mens heeft prioriteit. Voorbeeld: antibiotica is met 32% gedaald, terwijl in andere artikelen staat dat de sector weer niet toereikend is. Veranderingen zijn gaande zoals door het advies van de gezondheidsraad waarin staat dat antibiotica tegen ESBL’s alleen voor mensen zijn. De dierenarts zal in de toekomst moeten gaan coachen, gezonde dieren betekent een gezond bedrijf. LTO zoekt de dialoog op en er wordt gekeken naar wat er verbeterd kan worden. De algemene media bereiken lijkt lastig en hier in is een leerproces gaande, de nodige stappen moeten gemaakt worden. Kortom: de media hebben we keihard nodig, soms is het de vijand, soms de vriend! Er is een stevige opdracht en de media houdt ons scherp.

De heer Roeland Franck, verslaggever bij het Algemeen Dagblad, vertegenwoordigde de media. De heer Daan Jansen had helaas afgezegd waardoor de heer Franck last-minute was benaderd en in een korte tijd een interessant verhaal over de rol van de media kon neerzetten. Het medialandschap is enorm veranderd de afgelopen 25 jaar. Twitter en andere moderne nieuwsbronnen zijn soms handig maar maken wel zichtbaar dat de kranten soms iets missen. Transparantie van mensen is moeilijk te verkrijgen en bronnen willen anonimiteit. De krant moet gelezen worden, compact zijn en het moet waarheid zijn wat zorgt voor een spanningsveld en deadlines. De krant wil graag in contact komen maar wil zijn onafhankelijkheid bewaren. Het Algemeen Dagblad zoekt naar onderwerpen die de lezer direct raken en voor randstadlezers is de veehouderij minder belangrijk. Q koorts was zo hot omdat het zo dichtbij de gewone burger kwam. Zijn we vriend of vijand? We hebben onze eigen rol! We zijn op zoek naar zekerheid en spelen hiervoor mensen tegen elkaar uit. Veel details zijn niet mogelijk waardoor sommige stukken overkomen als kort door de bocht voor de bron. Bezoekers in de zaal vielen over het kopje achter op het scherm ‘steeds meer dierziektes in ons bloed’. Koppen zijn een apart hoofdstuk, dit kopje is voor het Algemeen Dagblad aanvaardbaar. De krant doet zijn best om te kijken of iets geloofwaardig is en wederwoorden worden genoteerd.

De heer Jos van de Sande, hoofd infectieziektebestrijding GGD Hart voor Brabant, GGD in het Q-koorts gebied, gaf onmiddellijk aan dat er geen democratie bestaat zonder media. Zijn ervaringen met de pers vertellen dat wat er in de pers staat meestal ook gezegd is alleen de nuancering achterwege is gelaten. Laat je dus goed adviseren maar blijf de leiding houden. Er werd een mooi voorbeeld gegeven waarbij aan de bezoekers werd gevraagd wat zij zouden doen indien je iets weet maar nog geen nuance kan aanbrengen (in zeeland 41 mensen Q koorts doorgemaakt). Moet je dit dan aan de media vertellen. Uit de zaal kwamen verschillende meningen zowel voor als tegen. Een open discussie aan gaan kan door middel van de media waarbij ook begrip voor de situatie kan worden gecreëerd. De media is onze vriend! Onmisbaar bij infectieziektecrisis!

De heer Martin Enserink, wetenschapsjournalist bij Science, vertelde waarom infectieziekten het zo goed doen in de media. Ze zijn dramatisch, het is je lijf, je gezondheid. Wat zijn de meest voorkomende klachten op de media. ‘Ze overdrijven’, dat kan zijn, maar weet de media hoe ze iets moeten inschatten? Omgekeerde komt ook voor zoals bij vogelgriep. ‘Feiten kloppen nooit’, is waar, maar kwaliteit wisselt sterk per medium. ‘Het is oppervlakkig’, dit is inderdaad een trend, kranten bezuinigen, de journalistiek is in crisis. Het is vechten om aandacht! Conclusie: media is onmisbaar, maar soms een wat slordige vriend. Vanuit de andere kant willen mensen vaak niet praten en uitgekozen voorlichters komen vaak met niets zeggende informatie. Waarom moet je met de pers blijven praten? Het is je burgerplicht, belastingbetalers hebben recht om te weten wat wetenschappers met hun geld doen, je kunt bijdragen aan educatie, je informatie kan van groot belang zijn voor het publiek, het is goed voor je carrière en je ouders zullen trots zijn.

Mevrouw Marusjka Lestrade-Brouwer, politicus, Provinciale Staten Brabant, vertelde als eerste hoe belangrijk het Internet is geworden. Bij een vraag aan de zaal kwam naar voren dat een groot gedeelte van de studenten geen krant in huis heeft maar vooral zijn nieuws van het Internet afhaalt. Een politieke partij heeft een intensieve relatie met de media zowel als partij als persoonlijk. De relatie met de media is soms net een huwelijk, het bestaat, soms gaat het niet goed en dan ga je weer verder. Voordat je een gesprek met een journalist begint is kadering belangrijk, weet wat je gaat zeggen. Wil je je laten horen in Den Haag dan moet je medestanders krijgen. Wat had de politiek anders kunnen doen met de Q koorts aanpak? Ze hadden kunnen voorkomen dat alle geitenbedrijven er in Brabant bij zijn gekomen.

In de discussie komt naar voren dat boerenbelangen minder belangrijk zijn geworden, de tijd verandert. Tijdens crisis ontstaat er isolement van veehouders, de volksgezondheid wordt steeds belangrijker en er is een kloof tussen de burger en het platteland. Transparantie en betrokkenheid van burgers is belangrijk, hier draagt de media aan bij. Een proactieve houding van onze kant kan hier een bijdrage aan leveren. Bij de laatste vraag van onze dagvoorzitter gaven de sprekers vooral aan, dat indien zijn moeten kiezen, de media onze ‘vriend’ is.

Na een dankwoord was het symposium alweer tot zijn einde gekomen. Als commissie is er hard en met veel plezier aan deze dag gewerkt. Na alle positieve berichten kunnen wij alleen maar erg trots zijn op het resultaat.

Onderzoek naar Listeria in parmaham @ Bologna

Onderzoeksstageverslag:
Het vóórkomen van Listeria spp. en Listeria monocytogenes in Parmahamverwerkende fabrieken

Na mijn doctoraalexamen wilde ik graag een onderzoeksstage in het buitenland doen. Het onderwerp waarin ik me wilde verdiepen, veterinaire volksgezondheid, en het land, Italië, waren een goede combinatie. Italië telt 14 verschillende veterinaire faculteiten. Bij een groot aantal ligt de nadruk veel meer op de veterinaire volksgezondheid en voedselveiligheid; een sterk contrast wanneer je kijkt naar de klinische focus in Utrecht. Na verschillende afspraken met de medewerkers van het BIC, werd het duidelijk dat er maar één plek was waar ik mijn onderzoeksstage kon gaan doen: Bologna.

Jammer genoeg waren de contacten met die faculteit sinds jaren verwaterd; ik moest het dus zelf regelen. Gelukkig waren ze bij het IRAS ontzettend behulpzaam, en ik kon vrij snel bij Prof. van Knapen op gesprek komen. Hij kende Prof. Trevisani via een Europees clubje, en had binnen no time geregeld dat ik langs mocht komen. Na het vaststellen van het onderwerp (Listeria spp. en biofilmformatie van de gevonden bacteriën), stonden me in augustus 2008 alleen nog wat tentamens te wachten. Omdat ik er zeker van wilde zijn dat ik mijn diploma gehaald zou hebben en er genoeg tijd zou zijn, is besloten dat ik in januari 2009 ging starten. Wat er precies uit onderzoek naar voren is gekomen, is te lezen in de (Engelse) samenvatting.
Ik ben in Bologna binnen de particuliere sector op zoek gegaan naar een tijdelijke kamer voor 3,5 maand. Het is, net als Utrecht, een studentenstad bij uitstek wat voor- en nadelen biedt. De gewoontes omtrent het op kamers verschillen wel iets van de Nederlandse situatie. Zo is het heel normaal om met iemand anders op een kamer te moeten slapen, ook als je deze persoon niet kent. Daarnaast moet je vaak zorgen voor een opvolger, voordat je je borg (die tot wel 3 keer de kamerhuur op kan lopen) terugkrijgt. Daarbij zijn de prijzen vergelijkbaar met Utrecht. Maar, een goede voorbereiding is de helft van het werk; binnen 3 dagen had ik een kamer, voor mezelf, net buiten de muren van het historische centrum, op een steenworp afstand van het grootste stadspark. Een super locatie!
De veterinaire faculteit van Bologna ligt helaas niet in de stad zelf, waar alle mooie gebouwen van de oudste universiteit van Europa staan, maar in Ozzano dell’Emilia. Dit plaatsje ligt zo’n 15 km van Bologna af, en is per bus en per trein gemakkelijk te bereiken. Dit reisje duurt met de bus, afhankelijk van de Italiaanse verkeersdrukte, 20 tot 45 minuten. Het mooie aan deze faculteit is dat ze beschikken over een eigen slachthuis(je). Daarnaast is er een boerderij met buffels verbonden aan de faculteit, waardoor ik mijn hele verblijf in Italië voorzien ben van de meest verse buffelmozzarella.
Mijn onderzoekswerkzaamheden speelden zich voornamelijk in het lab af. Hier verwerkte ik mijn monsters, typeerde ik de gevonden bacteriestammen door middel van selectieve groei, PCR en kleuringen. Daarnaast heb ik gekeken in welke mate de voor mij interessante stammen biofilms konden vormen. Een impressie van de resultaten is hieronder te lezen in het Engelse abstract.
Naast het labwerk ben ik er samen met de begeleidende professor een aantal keer op uit geweest om in Parma monsters te nemen in hamverwerkende fabrieken. Dat betekende heel vroeg opstaan, hammen, instrumentarium en machines swabben, en daarna heerlijk uitgebreid lunchen in Parma. Vermoeiende, maar daarom zeker niet minder interessante en leuke tripjes!

Voor nog meer impressies en ervaringen wil ik jullie graag verwijzen naar de website die ik destijds heb bijgehouden: lotteinbologna.waarbenjij.nu

Mocht er iemand zijn die graag naar Bologna wil, meer wil weten of hulp nodig heeft bij het regelen van een stage aldaar, dan houd ik me aanbevolen!

Ciaociao! 

Transparantie in de veehouderij

De consument oefent met zijn inkopen bedoeld of onbedoeld invloed uit op dierenwelzijn. Er blijkt echter vaak een ‘kloof’ tussen het product wat in het winkelschap ligt en het dier op de boerderij en het gehele productieproces. Voor meer begrip en samenwerking in de veehouderij is transparantie van belang. In opdracht van het ministerie verrichtte het Lanbouw-Economisch Instituut (LEI) onderzoek naar de transparantie van de veehouderij. Dit rapport, met als titel ‘Vee in zicht; Boeren en burgers over transparantie in de veehouderij’, is sinds 5 juli 2011 te lezen via de site. In de resultaten staat samengevat dat veehouders meer inzichtelijker zullen maken hoe zij hun dieren houden, als: duidelijker wordt aan welke normen ze gehouden zullen worden door EL&I, geïnvesteerd wordt in voorlichting aan en professionalisering van veehouders, er financiële of andere voordelen voor veehouders aan worden verbonden. Meer burgers zullen gaan kijken hoe de veehouder zijn dieren houdt, als: het aanbod bekender wordt doordat er meer reclame voor wordt gemaakt, de veehouder zelf aanwezig is en betrouwbare toelichting geeft op zijn bedrijf en de volgende schakels in de keten, het aanbod divers blijft, en ook aansluit bij de behoeften van kinderen.Het gehele rapport is te lezen op de site van het LEI.

Nieuws overzicht: Ritueel slachten

Al maanden wordt er vurig gediscussieerd over ritueel slachten. Nu is er eindelijk een akkoord en nog gaat de discussie door. Het is een grote wirwar van emoties, religie en zelf de wetenschappers spreken elkaar tegen. Wij hebben geprobeerd zoveel mogelijk verschillende headlines te verzamelen in een poging overzicht te behouden. Hoe kwamen we van “Steeds minder steun voor verbod onverdoofd ritueel slachten” naar het toch hebben van een akkoord?

9 juni:

Steeds minder steun voor verbod onverdoofd ritueel slachten

16 juni:

Joodse Gemeente: ‘Wij zijn geen barbaren’

19 juni:

Ledenraad PvdA wil géén verbod op ritueel slachten

21 juni:

‘Debat over rituele slacht stinkt’

NB bovenstaand artikel is een opiniestuk. Dat wij een link ernaar plaatsen wil niet zeggen dat het per se de meningen van Hygieia en/of haar leden vertegenwoordigt, maar in de mening van de auteur van dit artikel de problematiek waar de discussie onder lijdt goed weergeeft; namelijk dat emoties en religie de boventoon zijn gaan spelen en de wetenschap verdringen. Of zoals in de woorden van Henk Jan Ormel: “Wij praten hier als politici over veterinaire zaken, dat zouden we aan deskundigen moeten overlaten.”

22 juni:

Kritiek op compromis over slacht

23 juni:

Tweede Kamer akkoord over rituele slacht

Onverdoofde rituele slacht mag niet meer. Tenzij …

Verbod onverdoofde slacht doorbraak voor Thieme

24 juni:

‘Vrijheid van godsdienst telt blijkbaar niet meer mee’

Voorlopig geen kabinetsstandpunt rituele slacht

‘Compromis ritueel slachten is fopspeen’

25 juni:

Joodse instanties willen auteur rapport ritueel slachten horen

Er zit van alles op alles

Op BNR radio wordt Mark Bonten, hoogleraar infectieziekten UMC Utrecht, geïnterviewd over de EHEC bacterie naar aanleiding van het persbericht van TNO. In dit persbericht wordt gesproken over de oplossing tegen de resistente EHEC bacterie. Het is onduidelijk welke natuurlijke middelen TNO heeft ontdekt, mogelijk betreft het probiotica. Volgens Marc Bonten worden de gevaren van resistente bacteriën echter overdreven. ‘Er zit immers van alles op alles‘. De uitbraak schudt ons goed wakker waardoor we weer extra allert zijn op de manier waarop wij voedsel produceren en het grote belang van voedselveiligheid. Via onderstaande link is de uitzending terug te luisteren:http://www.bnr.nl/?service=player&type=fragment&articleId=126483&audioId=126497

Excursie megastal

Op een enigszins druiligere vrijdagochtend in juni 2011, vertrokken 13 personen van studievereniging Hygieia en de Veefokkers in de richting van Elsendorp, waar het varkensbedrijf van de familie Heijmans te vinden is. In deze zo genoemde ‘megastal’ bevinden zich ongeveer 900 zeugen en 2500 vleesvarkens.

P6091632

Na wat ongeregeldheden onderweg (1 auto begaf het halverwege), kwamen we (in gedeelten)  aan bij een grote, nieuwe schuur. We werden hartelijk ontvangen door Jos en zijn vrouw, waarna we direct konden douchen. De hygiëne maatregelen werden strikt in acht genomen, het bedrijf was namelijk SPF en daarnaast in het bezit van alle moderne maatregelen. Zo is elke aparte afdeling in het bezit van eigen laarzen en laarzenborstels en draagt iedereen totale bedrijfskleding.

Wij kregen een uitgebreide rondleiding over het bedrijf, te beginnen bij de zeugen met pasgeboren biggen. De inrichting van de kraamhokken zag er eigenlijk precies zo uit als in elk ander modern vermeerderingsbedrijf, maar er was meer natuurlijk licht in de stal (via een venter in het dak) en wat ons allen erg opviel was hoe schoon de hokken waren en hoe weinig stof er lag. Omdat het een ‘megastal’ betrof waren er van dergelijke kraamstallen velen te vinden. Wat erg indrukwekkend was, was de afdeling met daarin de dragende zeugen. Deze grote hal bood ruimte aan zo’n 630 zeugen. De zeugen hadden aparte boxen, waarvan de hekken openstonden, zodat de zeugen er zelf, naar behoefte in en uit konden lopen. De gelten werden apart gehouden, zodat zij niet onder de voet gelopen werden door de oudere worps zeugen. Na een korte wandeling konden we ook de vleesvarkens nog bewonderen. Ook hier waren weinig verschillen op te merken met een regulier, gemiddeld varkensbedrijf, behalve weer het daglicht en de hygiëne.

Wat mij zal bijblijven over dit bedrijf was de hartelijkheid van de veehouders en de hygiëne. Ik heb nog nooit zo’n schone varkensstal gezien! Ik heb geen kuchje bij de varkens gehoord (ja, t was SPF voor de meeste longpathogenen, maar toch) en de dieren zagen er goed en schoon uit. Mede dankzij de goede ventilatie met aan het einde van de rit een luchtwassysteem, was het klimaat in de stal zeer goed, en buiten was de varkenslucht minimaal te ruiken. Dit was het eerste varkensbedrijf waar ik zelf niet met een kuchje vandaan ging.

Om u nog een indruk van het welzijn te geven:  Ik kreeg de indruk dat deze varkens best goed afzijn in dit bedrijf. Er werd goed met de dieren omgegaan, er was daglicht in de stal en het klimaat was buitengewoon. Om zulke aantallen dieren goed en probleemloos te houden, moet het management optimaal zijn en komen er ook middelen vrij, om enkele zaken te optimaliseren. Daar zijn de dieren op dit bedrijf in ieder geval goed bij gebaat!

 Foto’s van de excursie/megastal zijn te vinden onder het kopje foto’s op deze site.

Namens de dierwelzijncommissie,

Anieke van Dort

Universiteit Gent lanceert ABcheck

De AntiBiotica-check bied veehouders, dierenartsen en andere geinteresseerden de mogelijkheid het antibioticagebruik in de koppel te kwantificeren en te vergelijken met andere veehouders. Het is een gebruiksvriendelijke, gratis rekenmachine en de gegevens worden anoniem verwerkt. Op dit moment is deze website geschikt voor de berekening van het antibioticumgebruik op varkens-pluimvee- en kalkoenbedrijven. De module voor rundvee is volop in ontwikkeling en mag u binnenkort verwachten.

 

Het reduceren van antibioticagebruik en verantwoord gebruik van de beschikbare middelen, zowel medisch als veterinair, wordt gezien als een van de belangrijkste aandachtspunten in de strijd tegen antibioticaresistentie.

De slogan,“Check, reduce and improve”,  weerspiegelt de visie waarmee de website is ontwikkeld: we moeten ons antibioticagebruik meten. De geproduceerde gegevens geven veehouders de gelegenheid hun antibioticamanagement aan te passen en geeft adviseurs de kans bedrijfsspecifiek advies te geven, wat gezamenlijk kan leiden tot een meer verantwoorde en verminderd antibiticagebruik.

De website biedt tevens achtergrondinformatie over antibiotica en antibioticaresistentie met interesante links en downloads over deze onderwerpen.

De ABcheck is ontwikkeld door de Eenheid voor Veterinaire Epidemiologie van de Faculteit Diergeneeskunde binnne het project “Reductie antibioticumgebruik”.

www.abcheck.ugent.be Kijk en probeer het zelf!

Megastallen

Er wordt steeds meer gesproken over het begrip ‘megastallen’ en er heerst grote betrokkenheid vanuit onze maatschappij! Hierbij gaat het niet alleen om de omvang van megastallen maar ook om de gehele veehouderij en duurzaamheid. Om deze reden wil Staatssecretaris Henk Bleker graag weten welke relaties de burger ziet tussen de grootte van stallen en de mogelijkheden om te ondernemen, de wijze waarop er voor melkkoeien, varkens, kippen en melkgeiten gezorgd wordt en de gevolgen die er zijn voor volksgezondheid, milieu en landschap. Het Ministerie van Economische Zaken Landbouw en Innovatie heeft hiervoor een interessante website opgericht om deze maatschappelijke dialoog over megastallen vorm te geven. In september 2011 zullen de uitkomsten hiervan worden gepresenteerd aan meneer Bleker zodat deze de uitkomsten mee kan nemen in zijn standpunt welke in oktober 2011 naar buiten zal worden gebracht. Op de site is tevens meer achtergrondinformatie, (onderzoeks)rapporten en ook meerdere links naar interessante informatie over megastallen elders te vinden. Surf dus naar: http://www.dialoogmegastallen.nl/ om deel te nemen aan dit debat door opmerkingen of vragen te plaatsen of voor meer informatie. Zoals ook op de site wordt aangegeven kun je pas een echte mening vormen als men een megastal heeft bezocht. Hygieia is op 10 juni 2011 dan ook op bezoek geweest bij een megastal in Elsendorp.

**UPDATE** Ondertussen is de laatste fase van de megastallen discussie aangebroken: Hans Alders, de leider van de discussie, heeft 4 scenario’s geschetst. Hier kan tot 1 juli nog op gereageerd worden, daarna zal er een rapport verschijnen. Bekijk de scenario’s hier.

Overzicht antibiotica discussie

Voor de mensen die niet dagelijks het nieuws volgen, of voordat ze zich een mening vormen toch nog even de belangrijke punten willen nalopen, hebben we een overzicht gemaakt van de gebeurtenissen rondom de recente opleving van de discussie over antibiotica gebruik.

9 april: Het NRC-artikel waar het allemaal (weer) mee begon.

11 april: Reactie van de KNMvD (omschreven door het NRC)

13 april: Reactie staatsecretaris Bleker.

15 april: KNMvD persbericht

13 mei: Lianne Smink, diergeneeskunde student, schrijft een opiniestuk  op de DUB-website.

Symposium “Hygiëneverordening en Dierenwelzijn”

De krantenkop: “nVWA neemt vee in beslag” zien we tegenwoordig met enige regelmaat. Ook de berichtgeving over misstanden tijdens transport van dieren zullen u bekend voorkomen. De maatschappelijke aandacht voor dierenwelzijn neemt toe. Reden voor de besturen van de Groep Gezondheid- en Kwaliteitszorg, Groep Gezondheidszorg Landbouwhuisdieren en studievereniging Hygieia om een symposium te organiseren met het thema:

 

“HYGIENEVERORDENING EN DIERENWELZIJN”

 

Dierenwelzijn maakt nadrukkelijk onderdeel uit van de hygiëneverordeningen. Dat betekent dat er dierenwelzijneisen worden gesteld aan (slacht-)dieren. Die eisen hebben weerslag op de boerderij- en transportfase. De dierhouder en transporteur heeft de verantwoordelijk om aan te tonen dat aan de eisen voor dierenwelzijn wordt voldaan. Zowel de practicus als de (parttime) officiële dierenarts zijn vanuit hun professie betrokken bij de beoordeling van het dierenwelzijn op de boerderij en tijdens de transport- / slachtfase.

 

Het symposium richt zich op:

§  de regelgeving, de melding en het toezicht,

§  de handhaving met praktijkvoorbeeld op de boerderij en het transport,

§  de rol van de practicus aan de hand van twee praktijkvoorbeelden met speciale aandacht voor de diergeneeskundige verklaring,

§  de sanctionering met bijzondere aandacht voor het instrument bestuursdwang,

§  de preventie met speciale aandacht voor het vertrouwensloket preventie verwaarlozing landbouwhuisdieren, en

§  wat vindt de sector er eigenlijk van?

 

Het symposium richt zich op: practici landbouwhuisdieren, (parttime) officiële dierenartsen werkzaam bij de nVWA, nVWA medewerkers die zijn betrokken zijn bij de handhaving, dierenartsen werkzaam bij het ministerie EL&I en studenten diergeneeskunde.

 

Waar: Faculteit Diergeneeskunde

Wanneer: woensdag 20 april 2011 van 14.00 tot 17.30 uur

Deelname: voor leden van GKZ, GGL en Hygieia gratis. Voor niet leden wordt € 75,- in rekening gebracht.

 

Het definitieve programma met sprekers wordt op 1 april a.s. bekend gemaakt. Dan zal ook de inschrijving worden geopend.

Met hartelijke groet,

Jules Rojer, voorzitter GKZ
Peter Egberink, voorzitter GGL

Marjolijn Schlepers, voorzitter studievereniging Hygieia