Samenvatting symposium "Media: vriend of vijand?"
Op 24 november vond het najaarssymposium van Hygieia plaats op de faculteit Diergeneeskunde.
Met dit symposium wilde de symposiumcommissie van Hygieia, bestaande uit Pieter Kirkels, Marieke Klaasen, Eva Roerink, Gineke Eulink, Femke Schelling en Isaura Wayop, vragen beantwoord krijgen over de dierenarts in de media.
Vragen die aan de orde kwamen zijn: wie draagt welke verantwoordelijkheid voor communicatie met de media, hoe kan de dierenarts beter met de media omgaan en is de media onze vriend of vijand?
Het woord was aan de dagvoorzitter, de heer Dick Schumer, werkzaam bij de nVWA. De heer Schumer zorgde voor een goede introductie door verschillende voorbeelden van dieren, de sector en de dierenarts in de media. Hierbij kwam het antibioticabeleid voorbij maar tevens ook de olifant in de greppel. Allemaal artikelen die verschillende reacties bij het publiek opwekte, het onderwerp en de impact was meer dan duidelijk.
De heer Peter Smeets, communicatiecoördinator, Down to earth. Positionering en strategische communicatie zijn de heer Smeets zijn speerpunten, dit met een brede bedrijfservaring als achtergrond. De heer Smeets bracht de eerste 30 minuten een duidelijk verhaal over communicatie met als definitie: de productie, uitwisseling en betekenisgeving van boodschappen tussen mensen. Hij gaf een aantal tips waarbij de zaal lachte en welke zeker door de bezoekers werden meegenomen. Het is niet belangrijk wat je zegt, het is belangrijk wat de ander denkt dat je zegt. En goed nieuws is geen nieuws in de media. Over duurzaamheid gaf hij aan dat de consument in Nederland dit wil maar dat prijs toch leidend is. De consument heeft hierbij te maken met talloze keurmerken waarin hij zijn weg moet vinden. Oplossingen hiervoor zijn innovaties en transparantie. Hij gaf als tip een proactieve houding naar de media, eerlijkheid duurt het langst, spreek leiderschap en regie af en niet iedereen kan spreken voor de media.
De heer Anton Pijpers, decaan van de faculteit Diergeneeskunde te Utrecht, begon zijn verhaal heel helder. De faculteit heeft de media als vriend benoemd! De faculteit heeft iets unieks met zijn 1500 studenten, een academisch dierenziekenhuis en als missie: de wereldtop. Dit moet men proactief laten zien. Er is altijd communicatie met de media over dierwelzijn, diergezondheid, volksgezondheid en milieuveiligheid. Echter alles in een afwegingskader waarbij over alles wordt nagedacht zoals waarom, welke doelgroep, wie, hoe en wanneer. Niet iedereen, maar alleen geschikte personen, mogen met de pers praten. Ook persoonlijke verhalen over ervaringen met de media in tijden van crisis bij zijn werkzaamheden bij de GD kwamen aan bod. Tijdens crisis zit er druk op, nuances zijn nodig en krijg je plotseling sterke vragen, ook op zondagmorgen vroeg. Conclusie: de media is een vriend, maar je moet wel opletten!
De heer Toon van Hoof, boer en werkzaam bij het ZLTO vertelde over de verschillen tussen de agrarische en algemene media. De één heeft meer begrip en bevat vaak journalisten van boeren komaf. Voor de algemene media zijn veehouders vaak kopschuw, journalisten snappen het niet, maar de veehouders voelen de druk vanuit de samenleving. De gezondheid van dier en mens heeft prioriteit. Voorbeeld: antibiotica is met 32% gedaald, terwijl in andere artikelen staat dat de sector weer niet toereikend is. Veranderingen zijn gaande zoals door het advies van de gezondheidsraad waarin staat dat antibiotica tegen ESBL’s alleen voor mensen zijn. De dierenarts zal in de toekomst moeten gaan coachen, gezonde dieren betekent een gezond bedrijf. LTO zoekt de dialoog op en er wordt gekeken naar wat er verbeterd kan worden. De algemene media bereiken lijkt lastig en hier in is een leerproces gaande, de nodige stappen moeten gemaakt worden. Kortom: de media hebben we keihard nodig, soms is het de vijand, soms de vriend! Er is een stevige opdracht en de media houdt ons scherp.
De heer Roeland Franck, verslaggever bij het Algemeen Dagblad, vertegenwoordigde de media. De heer Daan Jansen had helaas afgezegd waardoor de heer Franck last-minute was benaderd en in een korte tijd een interessant verhaal over de rol van de media kon neerzetten. Het medialandschap is enorm veranderd de afgelopen 25 jaar. Twitter en andere moderne nieuwsbronnen zijn soms handig maar maken wel zichtbaar dat de kranten soms iets missen. Transparantie van mensen is moeilijk te verkrijgen en bronnen willen anonimiteit. De krant moet gelezen worden, compact zijn en het moet waarheid zijn wat zorgt voor een spanningsveld en deadlines. De krant wil graag in contact komen maar wil zijn onafhankelijkheid bewaren. Het Algemeen Dagblad zoekt naar onderwerpen die de lezer direct raken en voor randstadlezers is de veehouderij minder belangrijk. Q koorts was zo hot omdat het zo dichtbij de gewone burger kwam. Zijn we vriend of vijand? We hebben onze eigen rol! We zijn op zoek naar zekerheid en spelen hiervoor mensen tegen elkaar uit. Veel details zijn niet mogelijk waardoor sommige stukken overkomen als kort door de bocht voor de bron. Bezoekers in de zaal vielen over het kopje achter op het scherm ‘steeds meer dierziektes in ons bloed’. Koppen zijn een apart hoofdstuk, dit kopje is voor het Algemeen Dagblad aanvaardbaar. De krant doet zijn best om te kijken of iets geloofwaardig is en wederwoorden worden genoteerd.
De heer Jos van de Sande, hoofd infectieziektebestrijding GGD Hart voor Brabant, GGD in het Q-koorts gebied, gaf onmiddellijk aan dat er geen democratie bestaat zonder media. Zijn ervaringen met de pers vertellen dat wat er in de pers staat meestal ook gezegd is alleen de nuancering achterwege is gelaten. Laat je dus goed adviseren maar blijf de leiding houden. Er werd een mooi voorbeeld gegeven waarbij aan de bezoekers werd gevraagd wat zij zouden doen indien je iets weet maar nog geen nuance kan aanbrengen (in zeeland 41 mensen Q koorts doorgemaakt). Moet je dit dan aan de media vertellen. Uit de zaal kwamen verschillende meningen zowel voor als tegen. Een open discussie aan gaan kan door middel van de media waarbij ook begrip voor de situatie kan worden gecreëerd. De media is onze vriend! Onmisbaar bij infectieziektecrisis!
De heer Martin Enserink, wetenschapsjournalist bij Science, vertelde waarom infectieziekten het zo goed doen in de media. Ze zijn dramatisch, het is je lijf, je gezondheid. Wat zijn de meest voorkomende klachten op de media. ‘Ze overdrijven’, dat kan zijn, maar weet de media hoe ze iets moeten inschatten? Omgekeerde komt ook voor zoals bij vogelgriep. ‘Feiten kloppen nooit’, is waar, maar kwaliteit wisselt sterk per medium. ‘Het is oppervlakkig’, dit is inderdaad een trend, kranten bezuinigen, de journalistiek is in crisis. Het is vechten om aandacht! Conclusie: media is onmisbaar, maar soms een wat slordige vriend. Vanuit de andere kant willen mensen vaak niet praten en uitgekozen voorlichters komen vaak met niets zeggende informatie. Waarom moet je met de pers blijven praten? Het is je burgerplicht, belastingbetalers hebben recht om te weten wat wetenschappers met hun geld doen, je kunt bijdragen aan educatie, je informatie kan van groot belang zijn voor het publiek, het is goed voor je carrière en je ouders zullen trots zijn.
Mevrouw Marusjka Lestrade-Brouwer, politicus, Provinciale Staten Brabant, vertelde als eerste hoe belangrijk het Internet is geworden. Bij een vraag aan de zaal kwam naar voren dat een groot gedeelte van de studenten geen krant in huis heeft maar vooral zijn nieuws van het Internet afhaalt. Een politieke partij heeft een intensieve relatie met de media zowel als partij als persoonlijk. De relatie met de media is soms net een huwelijk, het bestaat, soms gaat het niet goed en dan ga je weer verder. Voordat je een gesprek met een journalist begint is kadering belangrijk, weet wat je gaat zeggen. Wil je je laten horen in Den Haag dan moet je medestanders krijgen. Wat had de politiek anders kunnen doen met de Q koorts aanpak? Ze hadden kunnen voorkomen dat alle geitenbedrijven er in Brabant bij zijn gekomen.
In de discussie komt naar voren dat boerenbelangen minder belangrijk zijn geworden, de tijd verandert. Tijdens crisis ontstaat er isolement van veehouders, de volksgezondheid wordt steeds belangrijker en er is een kloof tussen de burger en het platteland. Transparantie en betrokkenheid van burgers is belangrijk, hier draagt de media aan bij. Een proactieve houding van onze kant kan hier een bijdrage aan leveren. Bij de laatste vraag van onze dagvoorzitter gaven de sprekers vooral aan, dat indien zijn moeten kiezen, de media onze ‘vriend’ is.
Na een dankwoord was het symposium alweer tot zijn einde gekomen. Als commissie is er hard en met veel plezier aan deze dag gewerkt. Na alle positieve berichten kunnen wij alleen maar erg trots zijn op het resultaat.