Meelopen bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
In plaats van de reguliere 4e jaars stage bij een dierenartsenpraktijk hebben Noortje van Genugten en ondergetekende gekozen voor een week stage bij het RIVM (www.rivm.nl). Deze keuze hebben wij gemaakt omdat de veterinaire volksgezondheid onze interesse heeft, zoals wel blijkt uit de oprichting van Hygieia.
De keuze voor het RIVM is voornamelijk tot stand gekomen om inzicht te verkrijgen in de mogelijke rol die een dierenarts in een dergelijke instantie zou kunnen vervullen. Daarnaast hebben wij mogen ervaren hoe een grote organisatie als het RIVM reilt en zeilt, hoe de aldaar uitgevoerde onderzoeken worden opgezet, welke samenwerkingsverbanden er tussen het RIVM en andere instanties bestaan en hoe de medewerkers van het RIVM het ervaren om een onderdeel te vormen van de instantie die de volksgezondheid dient te bewaken.
Aangezien één van de doelen van Hygieia het informeren van studenten over functieloopbanen binnen de volksgezondheid is, zal hier een kleine samenvatting van onze stageweek gegeven worden om een beeld te schetsen van het RIVM.
Het RIVM, een instituut met ongeveer 1550 medewerkers, voert voornamelijk onderzoeken uit in opdracht van de ministeries van VWS, VROM, LNV, inspecties en internationale organisaties zoals de Europese Unie en de Verenigde Naties. Wij hebben mee mogen lopen bij het CIb, het Centrum Infectieziektebestrijding (www.rivm.nl/cib). Binnen deze afdeling werken mensen met uiteenlopende achtergronden, zo hebben wij gesproken met artsen, dierenartsen, verpleegkundigen, medisch microbiologen, epidemiologen etc. waardoor een interessante verzameling van kennis bij elkaar gebracht wordt.
Onze begeleidsters, Barbara Schimmer, een basisarts en Merel Langelaar, een dierenarts, hadden een boeiend programma voor ons opgesteld.
Zo hoorden wij over het tijgermugproject. De eieren van deze tijgermug (Aedes albopictus) worden geïmporteerd op de stengel van de Lucky Bamboo. De tijgermug kan als vector dienen voor een aantal (tropische) ziekten, waaronder dengue (knokkelkoorts). Onderzoek wordt uitgevoerd naar deze muggen en naar medewerkers van kwekerijen in Nederland.
Met Merel Langelaar mochten wij meekijken in het lab. Zij doet onderzoek naar verbanden tussen astma en worminfecties. Tevens is zij redacteur van de website www.ziekdoordier.nl, een informatieve internetsite waar uitleg gegeven wordt over zoönosen.
Een student van de Wageningse Universiteit doet haar afstudeeronderzoek naar de uitbraak van Aviaire Influenza (H7N7) uit 2003 bij het RIVM. Ook over de AI uitbraken in o.a. Indonesië (H5N1) hebben wij relevante achtergrondinformatie meegekregen. Over Salmonella in boerenkaas (uitbraak in Twente) en in kip zijn ook de nodige besprekingen geweest. Dat er al snel iets mis kan gaan met de hygiëne in de keuken bleek uit de resultaten van het onderzoek naar besmettingsrisico’s bij de bereiding van voedsel. Nederlanders die zich opgegeven hadden voor deelname aan dit onderzoek dienden een kip-kerriesalade te bereiden. De kip voor deze salade was besmet met een Lactobacillus (dienend als model voor Salmonella). Na het doorlopen van alle bereidingsprocessen, inclusief het koken van de kip, werd bepaald hoeveel Lactobacillen terug te vinden waren in het eindgerecht. De resultaten lieten duidelijk zien dat het opvolgen van de basisregels voor de hygiëne en de juiste bereidingswijzen van groot belang zijn voor het voorkómen van voedselinfecties.
Bij het RIVM worden ook surveillances gedaan, onder andere naar STEC (Shiga-toxine producerende E. Coli), Listeria, Campylobacter en Norovirus. Uitbraken van één van deze ziekten worden geregistreerd. Binnen de humane meldingsplicht kunnen gevallen direct of binnen 24 uur door artsen (categorie A en B ziekten) of via het lab (categorie C) gemeld worden.
Tijdens het signaleringsoverleg hebben wij kunnen spreken met iemand die namens de Voedsel- en Warenauthoriteit (VWA) aanwezig is bij dit overleg. Door de aanwezigheid van de VWA bij het signaleringsoverleg wordt een breed aandachtsveld voor o.a. zoönosen en een optimale communicatie tussen de VWA en het RIVM gegarandeerd. Het signaleringsoverleg heeft tot doel om infectieziektesignalen uit diverse surveillancebronnen onder de aandacht te brengen, te interpreteren en een adequate reactie en advisering op uitbraken te geven. Door deskundigen vanuit andere organisaties uit te nodigen voor dit overleg wordt informatie-uitwisseling makkelijker gemaakt.
Een hoogtepunt was de uitnodiging om mee te gaan naar de oratie van Prof. Dr. Koopmans bij het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam. Mevrouw Koopmans is viroloog en dierenarts en werkzaam bij het RIVM op het Laboratorium voor Infectieziektendiagnostiek en Screening (LIS), waar zij zich voornamelijk richt op de virologie. In haar oratie maakte zij duidelijk dat het grootste deel van de uitbraken van diarree en braken in bijvoorbeeld verpleeghuizen een virale oorzaak hebben en niet zoals lange tijd gedacht is een bacteriële. Haar oratie werd gehouden op donderdag 8 maart 2007.
Kortom, het was een interessante stage, waarbij wij een duidelijk beeld hebben kunnen krijgen van het RIVM. Diverse disciplines, waaronder jouw discipline, zijn noodzakelijk in een dergelijke instantie. Dus als (veterinaire)volksgezondheid je interesse heeft, overweeg dan ook eens een carrière in die richting, bijvoorbeeld bij het RIVM en houd natuurlijk ook de site van Hygieia in de gaten, want ook daar leer je veel over de mogelijkheden om mee te werken aan het beschermen van de volksgezondheid.
Merel Postma